De belangrijkste relevante markten in het voetbal zijn nationale markten. Op deze markten is het aantal aanbieders van topvoetbal (clubs die kunnen meedoen om de belangrijke prijzen) vaak klein geworden. Dit betekent dat de mededinging is verminderd, wat de prijzen heeft doen stijgen en daardoor de welvaart heeft geschaad. De eventuele oprichting van een Europese Superliga zal de mededinging op nationale markten verder beperken, en is daarom in strijd met de Europese mededingingsregels. Verder hebben de grote clubs de laatste 25 jaar, via lobbyen en het dreigen met een Superliga, de UEFA tot beleid gebracht dat de grote clubs sterker heeft gemaakt – en daarmee de mededinging op nationale markten heeft beperkt. Ook dit is onwettig. De Europese Commissie hoort de Europese voetbalbond UEFA te bevrijden van de nu zeer grote macht van de grote clubs. Want als de bondsdemocratie, met het principe ‘één lid, één stem’, weer even vrij wordt als voorheen, dan is dit gunstig voor de kleine clubs – en daardoor ook voor de economische mededinging die de Commissie dient te beschermen.