Nederland is een van de meest dichtbevolkte landen ter wereld. In en rond Nederlandse steden wedijveren bedrijven, huishoudens en de natuur om een plekje. Met vaak tegengestelde of in ieder geval concurrerende belangen is het niet makkelijk om de ruimte, een schaars goed, eerlijk te verdelen en te organiseren. Deze inrichting van ruimte door (lokale) overheden is de essentie van ruimtelijk ordeningsbeleid. Het idee is dat door een goede verdeling van de ruimte er ruimtelijke kwaliteit ontstaat. Nu zijn er een hoop stedenbouwkundigen, architecten, geografen en planologen dagelijks met dit verdelingsvraagstuk bezig, ruimtelijk ordeningsbeleid (RO-beleid) is echter niet het gebied waar veel economen zich op wagen. In dit artikel wordt deze stap wel gezet, er wordt ingegaan op de vraag wat het economisch perspectief kan bijdragen aan het debat over of en hoe we moeten intervenieren in onze ruimtelijke omgeving. Het is vaak niet duidelijk waarom we eigenlijk moeten ingrijpen en wat de effecten daarvan zijn. In dit artikel wordt hier meer duidelijkheid over verschaft. Allereerst wordt het begrip ruimtelijk ordeningsbeleid (breed) gedefinieerd, gevolgd door een bespreking van de belangrijkste economische effecten van ruimtelijk ordeningsbeleid. Er wordt hierin onderscheid gemaakt tussen externe effecten, interne effecten en aanbodeffecten. Daarna worden de belangrijkste bevindingen van de wetenschappelijke literatuur, zowel internationaal als Nederlands, besproken. Wanneer er de juiste meetmethodes worden gebruikt, blijkt het dat vastgoedprijzen goed kunnen worden gebruikt om de verschillende economische effecten in beeld te krijgen. Deze effecten blijken substantieel te zijn en lang niet altijd positief. Woningen kunnen bijvoorbeeld door kunstmatig gecreeerde schaarste onnodig duur worden. Het artikel sluit af met een discussie over de implicaties van deze bevindingen voor de Nederlandse beleidscontext waarin er wordt benadrukt dat de kosten en baten van RO-beslissingen expliciet onderdeel zouden moeten zijn van maatschappelijke kosten-batenanalyses.